Over Antonio, stapelaar van appelsienen. Over Marc, meester in de straatyoga.
Over Antonio, stapelaar van appelsienen. Over Marc,
meester in de straatyoga
Ik herinner mij, heel wat jaren terug, dat ik dagelijks
Antonio zag zitten op het De Coninckplein in Antwerpen. Antonio had het
allemaal. Een drugsverslaafde zieke Afrikaanse man zonder wettig verblijf en
zonder dak boven zijn hoofd. Een complete
verschoppeling. Hij was al meer dan 20 jaar in Europa en had zich krom gewerkt
in het zwartwerkcircuit. Op de dag dat hij echt niet meer kon, verloor hij zijn
werk en meteen ook zijn kamertje bij dezelfde koppelbaas.
Als ik voorbij het plein wandelde of fietste was hij het
die altijd vrolijk op mij riep: ‘hello my sister’. En ik riep dan spontaan
terug ‘hello my brother’. Die spontane
uitspraak heeft me heel wat vragen aan mezelf doen stellen. Meen ik het echt
dat Antonio mijn broer is ? En wat betekent dat dan voor mij ? Een innerlijke
strijd. Een intensieve worsteling. Ik heb me met Antonio verbonden door niet
van hem weg te lopen. Ook al kon ik nauwelijks iets voor hem doen. Ik kon naast
hem gaan zitten op zijn bankje. Ik kon hem eten
en aandacht geven maar ik kon hem niet uit zijn situatie halen.
Jarenlang.
Als Antonio in onze
huiskamer van ’t Vlot binnen kwam, was
het altijd met een vrolijke groet en een high five. ‘Positive sister, we
allways have to think positive’
Toen we met ’t Vlot meewerkten aan een theaterstuk van het
MartHa!tentatief kreeg Antonio een rol
als appelsienenverkoper op het De Coninckplein. Hij kon de mooiste
appelsienentorentjes maken en won zo de aandacht van spontane kopers. Hij
vertelde tijdens dat stuk dat het moeilijkste voor hem de slapeloze nachten
zijn. Als je niet slaapt, dan houdt je het niet meer uit, dan wordt je lastig,
op den duur dreig je agressief te worden. Als toen kersverse moeder van een
kind dat mij nachten lang wakker hield striemden die woorden op mijn huid.
We verbonden ons alsmaar meer. Naast elkaar op zijn bankje
op het plein. Rondom de tafel van brood en soep in de huiskamer van ’t Vlot.
Tot ik op een dag bij hem zat op de intensive care afdeling van het ziekenhuis.
Hij had een hersenbloeding gehad, was halfdood gevonden door een verslaafde
vriendin die de ambulance belde. In het ziekenhuis vocht hij dagen lang voor zijn leven. Zijn
levenskracht haalde het.
Vanuit het ziekenhuis kon hij absoluut niet meer de straat
op. Doordat ik toen bij de juiste mensen voor hem kon pleiten, liet de
behandelende arts hem een revalidatieprogramma volgen, om na de revalidatie
naar de nachtopvang te gaan. De nachtopvang kon hem niet voldoende opvangen,
overdag verdwaalde hij voortdurend in de stad, en zo kwam hij uiteindelijk in
een mannenopvangcentrum terecht. Ook al had hij als ‘sans papier’ daar geen
recht op. Ik kon, door mijn volhoudend
aandringen, een kleine schakel zijn in zijn verhaal. Een aantal andere mensen,
collega’s uit de daklozensector, waren op een ander cruciaal moment een schakel
voor hem.
Een paar jaar later, na telefonisch contact met zijn zus,
tekende hij voor vrijwillige terugkeer naar Guinée Bissau. Terug naar zijn
familie in Afrika. Er werd me verteld dat hij er zelfs nog een eigen
straathandeltje was opgestart. De beste stapelaar van appelsienen. Tot we op
een dag het nieuws kregen dat Antonio overleden was. Omringd door zijn familie.
Als iemand – niet niemand - geen verschoppeling meer.
Antonio was een schakel geworden in mijn levensverhaal. Het
verhaal van Antonio heeft me geleerd dat de innerlijke beweging van verbinding
– van broederschap en zusterschap – zeer de moeite waard is. Hij heeft mijn
leven veranderd. Ik mocht een engel zijn voor hem, hij was een engel voor mij.
Soms voel ik hem nog op mijn schouder zitten. Hij spreekt me moed in als ik met
dakloze gasten van vandaag onderweg ben.
Zo was ik gisteren op stap met Marc. Ik zou echt niet in
zijn schoenen willen lopen. Letterlijk niet. Ook figuurlijk niet.
Zijn schoenen waren op twee weken tijd totaal versleten.
Wat wil je als je er maar 15 Euro aan kon uitgeven omdat je met 90 Euro per week
moet toekomen. Marc is Belg en heeft dus recht op een leefloon. Omdat hij op
straat leeft wordt hij beschouwd als samenwonende. Inderdaad, hij woont samen
met alle anderen die op straat leven in Antwerpen. Je zou van minder cynisch
worden. Hij heeft dus 90 Euro per week om eten te kopen, kleren, medicatie,
zijn kleren te wassen, tandpasta en zeep en verzorgingscrème om zichzelf te
verzorgen…tabak om af en toe een sigaretje te roken. Jawel, hij rookt om de
stress de baas te kunnen. Probeer het maar eens, met 90 Euro een hele week dag
en nacht op straat leven. Hij neemt kalmeringspillen om zijn pijn en
eenzaamheid niet te voelen en niet uit te barsten als hij gefrustreerd is of
iemand hem boos maakt. Hij neemt slaappillen om ’s nachts in de fietsenparking
van het centraal station te kunnen slapen. Tegenwoordig blijft er heel de nacht
het licht branden en wordt er muziek gespeeld. Om daklozen af te raden er te
gaan slapen. Nee, hij kan helaas niet naar de nachtopvang. Hij mag er niet meer
binnen omdat hij er ooit veel te agressief was. Tegenwoordig heeft hij zichzelf
veel meer onder controle. Ik speel yogameester in mijn hoofd, zegt hij. Samen
onderweg, hij in zijn kapotte schoenen, ik in mijn stevige stappers, kwamen we
gisteren een zwaar ruziënd koppel tegen. Onze yogameester schoot in gang. Geen
enkele politieagent zou zoveel kabaal op een paar minuten kunnen stoppen. Hem
lukte het wel. Samenwerken in plaats van tegenwerken, dat werkt. Zijn
lijfspreuk op straat. We gingen verder op weg en stopten bij de Lycamobile
shop. Helaas pindakaas. Zonder paspoort kan je geen SIMkaart kopen. Het
paspoort van Marc is niet meer geldig. Hij is al te lang dakloos waardoor hij
geschrapt is uit de bevolkingsregisters. Zonder paspoort dus geen telefoon.
Zonder telefoon ben je niet bereikbaar.
Zonder telefoon ben je helemaal niemand. Helemaal niemand, als niemand je kan
bellen of mailen of met je chatten, helemaal niemand tijdens koude hulpeloze
nachten in het station. Plots rinkelt mijn telefoon. Een boodschap voor Marc.
Het mannenopvangcentrum wil hem een kans geven. Gelukkig loop ik naast hem. Gelukkig
kan ik meteen de boodschap doorgeven. Samenwerken is beter dan tegenwerken. We
geven elkaar een high five van geluk. We stappen een schoenwinkel binnen en
kopen stevige schoenen met centen van een gulle gever. Hopelijk kan hij er heel de
winter mee voort. Hopelijk zullen ze hem voldoende steun geven bij de grote
nieuwe stap in zijn leven. Hopelijk gaan we allebei niet naast onze schoenen
lopen. Engel Antonio springt van mijn op zijn schouder en ik bidt dat hij Marc
zal beschermen en behoeden. Ook als hij straks weer de donkere nacht ingaat…
zal hij deze keer werkelijk op een lichtend pad terecht komen ? Ik hoop het met
heel mijn hart.
Reacties