Baby Angel
We kennen Anna als een jonge vrouw die al jaren – eerder sporadisch - binnen loopt in het onthaal van ’t Vlot. Altijd een spraakwaterval. Altijd emotioneel. Soms heel boos, soms heel triest, vaak heel enthousiast. Even onstuimig als ze meestal binnen komt, verdwijnt ze even later weer. Haar leven is ook onstuimig. Soms verblijft ze in de nachtopvang. Soms bij een tante. Soms bij haar moeder. Soms in de crisisopvang. Op een dag een boodschap van haar via messenger : ‘Ik moet zondag binnen in het ziekenhuis. Mijn baby in de buik is niet OK. Hij zal niet kunnen leven, ze gaan me zondag al opereren.’ Ik bel haar op, luister naar haar verhaal. Haar vriend bij wie ze verbleef in een vreemde stad heeft haar terug naar Antwerpen gestuurd. Hij zet een punt achter de relatie. Ze verblijft nu weer bij haar tante. Ze vraagt me om zondagavond een kaars te branden. Op maandag laat ze weten dat ze weer thuis bij de tante is en OK. Op dinsdag belt haar begeleidster van Ondo vzw me op met de vraag of ik Anna kan begeleiden bij het afscheid nemen van baby Angel. Anna’s wens is dat de baby gecremeerd wordt. Ze zoekt iemand, met een auto, die samen met haar de baby in het mortuarium kan halen om naar het crematorium te brengen. Na een uitgebreide telefoonronde is de procedure duidelijk en prikken we een datum. Ze vraagt of haar moeder en tante ook naar de afscheidsdienst mogen komen. Een dienst ? Ai, die is niet voorzien in de procedure. Ik beslis dat we een afscheidsdienst kunnen houden in de Heilig Hartkerk, ook gekend als ‘de kerk van ’t Vlot’. Sinds Covid-19 is het onthaal van ’t Vlot in deze kerk. Anna is ontzettend opgelucht met dit voorstel.
De week nadien spreken we op woensdagochtend vroeg af aan de Cambio parking. Samen trekken we op calvarietocht, Anna en ik. Schroomvol en verdrietig. In het mortuarium ontvangen we een klein kistje met baby Angel er in. Ze neemt het kistje op haar schoot, naast mij in de auto, vast van plan om deze schat nooit meer los te laten. Aangekomen in het crematorium trekken we eerst een aantal foto’s van Anna met het kistje. Anna pronkt, Anna omhelst, Anna weent. Ik ween stilletjes mee. Aan de balie van het crematorium laat ze het kistje los. De naam is Angel. De dame achter de balie toont een doosje met een kussentje en een pluimpje er in. Het zal Angels bedje worden na de crematie. Zijn naam zal er ook op staan. We rijden met een leeg gevoel terug naar Antwerpen. Aangekomen lopen we een bloemenwinkel binnen. Ik nodig haar uit om bloemen te bestellen die ze echt zou willen bij de afscheidsdienst. Witte roosjes omhuld met witte was. Met een engelenkaartje erbij.
Op vrijdagochtend ben ik alweer vroeg vertrokken om de assen van baby Angel op te halen in het crematorium. Ik zal ook de bloemen ophalen in de winkel. Anna zal rechtstreeks naar de kerk komen. Samen met haar tante en haar moeder. De begeleidster van Ondo vzw zal er ook zijn. Twee collega’s vergezellen me bij het voorgaan van de dienst. Anna koos de mooiste engelenliedjes. Wij kozen de mooiste verhalen over sterrenkindjes. We spreken troostende woorden en wensen Angel de hemel toe. We zijn samen onmachtig verdrietig. We zetten baby Angel in het licht.
Sindsdien komt Anna veel vaker dan ooit naar het onthaal van ’t Vlot. Ze vertelt honderd uit over baby Angel. Over haarzelf. Over haar verdriet. Ze steekt steevast een kaars aan. Voor Angel. En ook voor de overleden dakloze vrienden. Hun gedachtenisprentjes staan uitgestald in de kerk. Ze vertelt verhalen over elk van hen. Hoe goed ze hen gekend heeft. Hoe ze samen met hen danste op het plein. Wat voor een goeie gasten het allemaal waren. Ze zet hen een voor een in het licht. Met het licht van baby Angel dat op een of andere manier…nooit zal doven. (Niek Everts april 2021)
Reacties